bg

Leader in global circular textile economy

Since 2000, Concordia Textiles has completely reinvented itself and built up a lead as an international leading player in the transition to a circular textile economy.

Voortrekker in de globale circulaire textieleconomie

Purfi: textielafval wordt volwaardige grondstof

Op een van zijn vele buitenlandse reizen ontmoette Carl Baekelandt, CEO van Concordia Textiles, Joy Nunn, bezielster van het Amerikaanse Purfi Global. “Zij had een revolutionaire methode bedacht voor het regenereren van vezels. De meeste recyclagetechnieken werken mechanisch en trekken de vezels kapot. Daardoor worden ze korter en minder sterk. Met de ‘reverse spinning’-techniek (het onttorsen van vezels) van Purfi behouden de vezels wel hun lengte en sterkte.

Als je dat op grote schaal kan toepassen, wordt de enorme afvalmarkt die eigen is aan textiel, plots een gigantische grondstoffenmarkt. In Europa alleen al wordt jaarlijks ruim 6 miljard aan kleding niet gebruikt. Daarvan wordt liefst twee derde vernietigd. Als Europa en de Verenigde Staten zich richten op die ‘rejuvenation’-markt (terugwinnen van vezels, red.) biedt dat enorme kansen en een groot concurrentievoordeel tegenover de lageloonlanden.”

Baekelandt en Joy Nunn (die intussen naar België verhuisde, red.) bundelden in 2019 de krachten in de joint venture Purfi Manufacturing, ondergebracht in de gebouwen van Concordia Textiles. Daar is intussen een pilootlijn geplaatst die op jaarbasis 3.000 ton textiel een nieuw leven kan geven. “Die maakt het mogelijk om de vezels te hergebruiken als ‘virgin’ materialen die nog even lang en sterk zijn als bij het eerste gebruik. Het is de ambitie om tegen einde 2021 met de productie te starten. De vezels verkopen we aan spinnerijen. Ze zullen als grondstof dienen voor de nieuwe collecties van topmerken: zij sturen hun ‘afval’ naar ons, wij bezorgen het terug aan hen als nieuwe grondstof. Voor dat transport zullen we trouwens vooral gebruikmaken van het water: vanuit de haven van Antwerpen komen schepen met containers vol textielafval naar de River Terminal in Wielsbeke. Na de behandeling in onze gebouwen keren de grondstoffen via dezelfde weg weer terug.”

Bij Purfi Manufacturing werken medio 2021, 20 mensen in 5 ploegen. Op dit moment is de pilootlijn klaar voor de behandeling van ‘post industrial’-materialen. “Dat zijn overschotten van spinnerijen, weverijen, brei- en confectiebedrijven die niet gecontamineerd zijn maar wel ontmanteld moeten worden. Daarvoor werken we samen met Resortecs, een scale-up die slim garen en knopen (‘Smart Stitch’) heeft ontwikkeld. Wanneer kledingstukken die met Smart Stitch zijn uitgerust, in de oven worden opgewarmd, smelt het garen en kan je de verschillende delen van een kledingstuk makkelijk van elkaar scheiden. De volgende stap wordt de recuperatie van vezels uit ‘pre-consuming’-afval. Dat is kledij die in de winkel niet verkocht is geraakt (bijvoorbeeld overschotten van solden) en anders door de merken zou worden vernietigd. Tegen 2026 willen we ook klaar zijn om de derde soort materialen (‘post-consumer’: gedragen kledij) te behandelen. Voor kledijmerken wordt dat cruciaal vermits Europa vanaf 2026 een terugnameplicht oplegt en de Verenigde Naties vanaf dan aanbevelen dat elk stuk textiel voor minstens 25% is samengesteld uit gerecycleerde materialen.”

Volledige recuperatie

De pilootlijn bij Concordia Textiles werkt volledig op zonne-energie en genereert geen afvalstoffen. “Na de ‘reverse spinning’ krijgen we 70% lange vezels, bestemd voor hergebruik in de modemarkt. Circa 20% zijn korte vezels, die bruikbaar zijn voor zogenaamde non-wovens (bv. pampers en producten voor intieme hygiëne). De overige 10% zijn fijne vezels die als grondstof voor composiettoepassingen kunnen fungeren.”

De pilootlijn vertegenwoordigt een investering van 8 miljoen euro en zal normaal snel navolging krijgen. “Volgend jaar komt er een tweede lijn in India. Het is de bedoeling overal ter wereld Purfi-fabrieken te bouwen vlakbij textielproductiecentra. We zullen de materialen dan eerst opvangen in eigen ‘collection centers’, waar een eerste sortering gebeurt. Door ons ERP-systeem te koppelen aan dat van de fabrikanten, zullen we altijd een goed beeld hebben over hoeveel capaciteit we mogen verwachten. Elke Purfi-vestiging zal een verregaand geautomatiseerde ‘black box’ zijn, waar zo weinig mogelijk mensen toegang krijgen.”

Bijna 75 jaar lang gooide Concordia Textiles wereldwijd hoge ogen met de productie en verkoop van voeringstoffen en stoffen voor ski-jassen. Vandaag vertegenwoordigt die vorige corebusiness nog amper 2% van de activiteiten. Het bedrijf uit Waregem vond zichzelf sinds 2000 volledig heruit en bouwde dankzij eigen organische groei, slimme partnerships en versterkende acquisities een voorsprong op als internationale hoofdrolspeler in de transitie naar een circulaire textieleconomie.


Drie businessunits

De keuze voor technisch textiel is een van de drie redenen van de geslaagde reconversie. De tweede factor was de vastberaden keuze voor drie businessunits. “Eén afdeling focust zich op werkkledij: we beschermen mensen en dingen tegen de omgeving en mikken daarbij op zowel militaire toepassingen als de medische sector en kledij voor cleanrooms.

Het tweede luik is ‘outdoor fashion’. Voor topmerken zoals Tommy Hilfiger, Aigle, Chauvignon en Barber ontwikkelen we in Europa jassen, die we in onze sites in China en Bangladesh produceren en afwerken.

De derde tak richt zich op klantspecifieke oplossingen voor diverse nichemarkten. Het gaat daarbij om niet-confectiegebonden stoffen voor onder meer de auto- en de bouwindustrie. Die nieuwe activiteiten vertegenwoordigen ruim 98% van onze huidige omzet. Het belang van onze initiële producten (voeringstoffen en stoffen voor ski-jassen) is zo gekrompen tot minder dan 2%.”

In 2003 begon Concordia Textiles met de outsourcing van de productie naar Chinese fabrieken. Vijf jaar later nam het er de fabricage volledig in eigen handen. “In 2008 trof de bankencrisis ons midscheeps. Op één nacht verloren we 25% van onze omzet omdat panikerende klanten hun orders annuleerden. We hadden op dat moment de keuze tussen een forse inkrimping of strategische overnames. We kozen voor dat laatste.”


Buy & build

De acquisities baseren zich op het ‘buy & build’-principe. “We namen sindsdien talrijke bedrijven over met specifieke knowhow of activiteiten die ons konden versterken, terwijl zij op hun beurt profiteren van onze schaalgrootte. Het is een aanpak die we ook in de toekomst zullen verderzetten en die het mogelijk maakt om in Europa in te zetten op R&D en design, terwijl de productie zich hoofdzakelijk in Azië afspeelt.”

Globalisatie

Die politiek is het fundament van de globalisatie, de derde sleutel van de reconversie van de groep. Een eerste overname was die van LDC, dat deel uitmaakte van de UCO-groep. In 2009 kwam daar de stoffenafdeling van Seyntex bij. “Dankzij die gedeeltelijke overname van het Tieltse bedrijf verrijkten we onze kennis en konden we al een deel van de verloren omzet compenseren.”

Onder leiding van Carl Baekelandt realiseerde Concordia Textiles sinds 2013 nog diverse overnames, waardoor de groep werd versterkt met hoogwaardige en mensvriendelijke productiefaciliteiten in Spanje, Bangladesh, Rusland, Duitsland en België. Als CEO hield hij de markt intussen continu onder de loep en besefte het belang van inzetten op disruptieve technologieën. “Wat zou er nodig zijn opdat dit familiebedrijf (opgericht door en nog steeds voor 59% in handen van de familie Tuytens, red.) binnen twintig jaar nog relevant zou zijn binnen de textielmarkt? Twee antwoorden: inzetten op diversiteit en op de circulaire economie. Anno 2016 was dat laatste nog een ‘nice to have’, intussen is het uitgegroeid tot een absolute ‘must have’.”

In die ambitie zet Concordia Textiles zich schrap voor de ultieme innovatie. Via de joint venture Purfi Manufacturing, ondergebracht op de site in Waregem, implementeert het bedrijf een technologie die het mogelijk maakt om textielvezels voor 100% te hergebruiken.

Een boontje voor R&D

Sinds de eeuwwisseling spendeert Concordia Textiles gemiddeld 5 miljoen euro per jaar aan onderzoek en ontwikkeling.

Carl Baekelandt: “Dat besteden we aan investeringen in gesofisticeerde machines én mensen met de juiste technische capaciteiten. Elke businessunit en elk van de zusterbedrijven beschikt over een eigen R&D-afdeling, die zich volledig toelegt op de plaatselijke activiteiten. We beginnen alleen aan projecten waarmee we een serieuze slaagkans hebben om ons te onderscheiden. Die detecteren we aan de hand van een checklist met 30 vragen, zoals: Is de markt er klaar voor? Is de prijs marktconform? Zullen we op het juiste moment met de innovatie kunnen uitpakken? Pas als de score daarop minstens 80% is, of als onze globale R&D-manager na een deliberatie het licht op groen zet, beginnen we eraan.”

De Concordia Textiles-groep was in 2020 goed voor een geconsolideerde omzet van 83 miljoen euro gerealiseerd met 920 medewerkers. Daarvan werken er 230 in België.

www.concordiatextiles.com

Purfi x Concordia 1
Purfi x Concordia 2
Purfi x Concordia 3